Nieuws

ACEA: EV-transitie vereist meer opladers, duurzame marktondersteuning en slimmer beleid

Met de ambitie om de CO2-uitstoot van auto’s en bestel­wagens terug te dringen, is een massale transitie naar elektrische voertuig­en geen keuze, maar een must, zegt ACEA directeur-generaal Sigrid de Vries. Europa moet volgens haar veel meer doen om ervoor te zorgen dat elektrisch rijden de komende 5 jaar binnen bereik komt van alle Europeanen

ACEA: EV-transitie vereist meer opladers, duurzame marktondersteuning en slimmer beleid

De Vries benadrukt dat een succesvolle EV-transitie niet alleen een wijdverbreide infrastructuur vereist, meer eveneens robuuste ondersteuning van de marktvraag nodig heeft en concurrerende en betaalbare productieomstandigheden in Europa, die passen bij de meer uniforme strategieën die de VS en China hanteren, gebaseerd op een slimmer en beter gecoördineerd Europees beleidskader.

8,8 mln laadpunten nodig

Zij wijst op een recent ACEA-rapport met opzienbarende bevindingen over de stand van zaken van de Europese openbare oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuig­en. ACEA schat dat er rond 2030 zo’n 8,8 miljoen oplaadpunten in de EU nodig zijn. Dit betekent dat er elk jaar ongeveer 1,2 miljoen laadpunten bij moeten komen. Dat is een factor acht meer dan wat er momenteel jaarlijks wordt geïnstalleerd, namelijk 150.000. Veel landen, vooral in Midden- en Oost-Europa, blijven volgens De Vries ernstig achter. ‘Bijna twee derde van de oplaadpunten in de EU is geconcentreerd in slechts drie lidstaten, die ongeveer 20% van de oppervlakte van de EU bestrijken: Nederland, Frankrijk en Duitsland. Het overige derde van alle opladers is schaars verdeeld over de overige 24 EU-leden.’

Slimme beleidsmix

De uitdaging wordt nog nijpender als wordt gekeken naar de logistieke sector, die afhankelijk is van naadloos grensoverschrijdend goederenvervoer, vervolgd De Vries. ‘Investeringen in elektrische vracht­wagens voor langeafstandsvervoer worden bijvoorbeeld enorm ontmoedigd door onvoldoende en ontoereikende oplaadnetwerken.’ Toch is infrastructuur slechts één van de belangrijkste ingrediënten in het recept voor een succesvolle EV-transitie, merkt zij op. ‘Europa moet de CO2-ambities ook ondersteunen met de juiste prikkels om Europeanen aan te moedigen de overstap naar elektrische voertuig­en te maken. Dat kan voorbeeld worden bereikt met een slimme beleidsmix waarvoor een breed scala aan instrumenten ter beschikking staan: belastingvoordelen, BTW-verlagingen (ook voor elektrisch opladen), lagere registratiekosten, etc..’

Gefragmenteerde interne markt

De EV-transitie wordt bovendien vertraagd door een gefragmenteerde interne markt als het gaat om EV-stimulansen. Incentives verschillen sterk per lidstaat. ‘Dat zal de transitie, in een continent met meer dan 27 ongecoördineerde plannen voor elektrische voertuig­en, belemmeren.’ Ten slotte noemt De Vries de betaalbaarheid van elektrische voertuig­en een zorg voor zowel autofabrikanten als consumenten. ‘De EV-transitie moet immers ook inclusief en toegankelijk zijn voor alle Europeanen, ongeacht hun leeftijd, financiële middelen of de regio waarin ze wonen.’