De impact op de Europese en Nederlandse automotive industrie
Duitsland, als zwaargewicht in de autosector, stond al onder druk door strengere emissieregels, een uitdagende energietransitie en toenemende concurrentie uit China. In 2023 bereikte de Duitse export van voertuigen en auto-onderdelen naar de VS een recordhoogte: 10% van de totale uitvoer, goed voor bijna 158 miljard euro. Handelsbarrières en tarieven kunnen deze stroom ernstig verstoren, met negatieve gevolgen voor de gehele Europese toeleveringsketen – inclusief Nederland.
Voor Nederland in perspectief:
• De VS was in 2022 goed voor slechts 5% van de Nederlandse goederenexport.
• De EU blijft veruit de belangrijkste handelspartner van Nederland.
• De export naar andere Europese landen is 16 keer groter dan die naar de VS.
Toch zijn er sectoren die kwetsbaar zijn, zoals de machine- en vervoersmiddelenindustrie (12% van de export naar de VS). Nederlandse hightech toeleveranciers, sterk verweven met de Duitse industrie, lopen risico. Wanneer Duitse fabrikanten moeten snijden in hun productie of nieuwe afzetmarkten zoeken, raakt dat direct Nederlandse bedrijven in de automotive supply chain.
Van bedreiging naar kans: hoe Europa en Nederland zich kunnen wapenen
Hoewel de dreiging van nieuwe handelsbarrières reëel is, biedt deze situatie ook kansen. De verslechterde handelsrelatie tussen Europa en de VS kan leiden tot:
Sterkere intra-Europese samenwerking
Minder afhankelijkheid van de VS betekent dat Europese landen onderling kunnen samenwerken. Dit biedt Nederlandse bedrijven de kans om hun positie binnen de Europese waardeketen te versterken en hun producten en diensten binnen de EU verder uit te bouwen.
Versnelling van de Europese batterij- en EV-markt
De elektrische voertuigenmarkt groeit, maar de afhankelijkheid van Aziatische accufabrikanten blijft een zwakke plek. Europa blijft achter in batterijproductie, zoals te zien is bij Northvolt, ooit dé batterijhoop van Europa, maar nu in financiële problemen. Terwijl China en de VS fors investeren in batterijtechnologie, loopt de EU achter.
Volgens CLEPA-lid Albie van Buel:
“De toenemende handelsbarrières tussen de VS en Europa vormen een uitdaging, maar ze dwingen ons ook om onze strategieën te heroverwegen. Dit is hét moment voor Europa om sterker in te zetten op technologische innovatie, strategische samenwerkingen binnen de EU en het versterken van de eigen supply chain. Als we dit slim aanpakken, kan deze situatie juist de concurrentiepositie van de Europese en Nederlandse automotive industrie op lange termijn verbeteren.”
Nederlandse bedrijven die actief zijn in batterijtechnologie kunnen hiervan profiteren, mits er een duidelijke Europese strategie komt om minder afhankelijk te worden van de VS en Azië.
Nieuwe exportmarkten buiten de VS
Met de toenemende handelsfricties tussen de VS en Europa kunnen Nederlandse bedrijven zich richten op nieuwe groeimarkten zoals Azië, het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Dit vereist een strategische heroriëntatie, maar kan op de lange termijn een meer gediversifieerde exportpositie opleveren.
Lokalisatie en reshoring
Europese fabrikanten kunnen besluiten om productie dichter bij huis te halen om risico’s van internationale handel te beperken. Dit kan kansen bieden voor Nederlandse productiebedrijven die innovatieve oplossingen leveren voor de automotive industrie.
Minder regels, meer concurrentiekracht: heeft de EU een Omnibuswet nodig?
Een belangrijke uitdaging voor de Europese automotive industrie is niet alleen de concurrentie uit de VS en China, maar ook de eigen regeldruk binnen de EU. Europese bedrijven kampen met complexe wetgeving en bureaucratische processen die innovatie en investeringen vertragen. Terwijl de VS met de Inflation Reduction Act gerichte subsidies en belastingvoordelen biedt aan bedrijven in strategische sectoren, blijft de EU worstelen met langdurige goedkeuringsprocedures en strenge wet- en regelgeving.
Om de concurrentiepositie van Europa te versterken, pleiten verschillende industrieorganisaties en beleidsmakers voor een omnibuswet die brede hervormingen in EU-regelgeving doorvoert. Dit zou kunnen leiden tot:
- Minder bureaucratische barrières bij de productie van elektrische voertuigen en batterijen.
- Snellere goedkeuring van nieuwe technologieën, waardoor Europese fabrikanten niet achterblijven op de wereldmarkt.
- Eenvoudigere handelsregels, zodat Europese bedrijven beter kunnen concurreren met de VS en China.
Met de recente introductie van de Clean Industrial Deal probeert de EU stappen te zetten richting een meer concurrerend industriebeleid. Maar zonder een structurele aanpak om overregulering te verminderen, dreigt Europa achterop te raken in de wereldwijde technologische en economische race.
Minder Tesla’s, meer concurrentie: een trendbreuk in de EV-markt?
Terwijl de Europese automarkt verandert, is er ook een opvallende trendbreuk zichtbaar: Tesla, jarenlang marktleider in elektrische voertuigen, zag zijn verkopen dalen, terwijl de totale verkoop van elektrische auto’s in februari 2025 juist 22% steeg ten opzichte van het jaar ervoor.
Volgens cijfers van BOVAG, RAI Vereniging en RDC daalde de Tesla-verkoop in Nederland met bijna 24%. Ook in Frankrijk en andere EU-markten presteerde Tesla minder goed.
Deze trendbreuk kan deels worden toegeschreven aan de opkomst van betaalbaardere modellen van andere fabrikanten, zoals de Kia EV3 en de elektrische Citroën C3. Tegelijkertijd heeft Tesla-CEO Elon Musk zich actief gemengd in de nationale en internationale politiek door invloed uit te oefenen op het Amerikaanse beleid onder Trump. Dit roept vragen op over de impact van geopolitieke ontwikkelingen op consumentenvoorkeuren en investeerdersvertrouwen.
Conclusie
De Europese automotive industrie heeft alles in huis om een wereldspeler te blijven, mits we onze krachten bundelen. Kijk naar de Olympische Spelen in Parijs: samen behaalden Europese landen 113 gouden medailles, ruim twee keer zoveel als de VS (40) en China (40). Dit laat zien dat samenwerking binnen Europa niet alleen een theoretisch ideaal is, maar een bewezen succesformule.
"De wereld verandert razendsnel. We kunnen toekijken of actie ondernemen. Nederland en Europa hebben de kennis, technologie en innovatiekracht om sterker uit deze verschuivingen te komen. Door slimmer samen te werken, regeldruk te verlagen en strategisch te investeren, pakken we een leidende rol in duurzame mobiliteit." – Pim Grol, Managing Director RAI AINL