Nieuws

Meer fietsforensen dankzij aanleg fietspaden

De aanleg van fietspaden in Nederland heeft ervoor gezorgd dat ongeveer 350.000 meer mensen op de fiets naar hun werk gaan, zo blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB).

Meer fietsforensen dankzij aanleg fietspaden

Dit heeft ervoor gezorgd dat inmiddels een op de vier forensen de fiets naar het werk pakt. Wat meespeelt is dat mensen ook dichter bij hun werk gaan wonen, waardoor de gemiddelde woon-werkafstand 6 procent kleiner is. Ook zijn steden compacter geworden door de veranderde infrastructuur.

Het onderzoek richtte zich specifiek op vrij liggende fietspaden; fietspaden langs drukke wegen met een duidelijke scheiding tussen de weg en het fietspad. Een opvallende conclusie is dat hoewel fietspaden vaak de plaats innemen van rijstroken, het aantal opstoppingen van autoverkeer niet toeneemt.

Aantrekkelijker fietsverkeer

De fietspaden maken het aantrekkelijker om op de fiets naar het werk te gaan. Fietsers hoeven minder om te rijden door bijvoorbeeld woonwijken, wat hun reistijden verkort. Meer forensen pakken daarom de fiets in plaats van de auto en gaan dichter bij hun werk wonen. De fietspaden zijn zo niet alleen van invloed op het verkeer, maar op de lange termijn ook op wáár in Nederland mensen gaan wonen en werken. Zo worden steden compacter, met hogere bevolkingsdichtheden en een groter banenaanbod.

Geen extra files

Fietspaden komen in de stad vaak in de plaats van rijstroken voor auto’s, omdat in steden de ruimte voor infrastructuur beperkt is. Toch leidt dit volgens het CPB niet tot meer verkeers­opstoppingen, omdat forensen op de langere termijn overstappen van de auto naar de fiets. Deze verschuiving compenseert het verlies aan ruimte op de weg voor auto’s.

Een hogere gemiddelde fietssnelheid, bijvoorbeeld door elektrische fietsen, kan deze effecten verder versterken. Met name in steden kan dit leiden tot nog meer fietsgebruik en kortere reisafstanden. Wel moet daarbij rekening worden gehouden met de verkeers­veiligheid, aldus het CPB-onderzoek.