In 2026, als elektrische auto’s door een enorme stijging van de mrb en bijtelling duurder worden dan vergelijkbare brandstofauto’s, dreigt een derde van de elektrische rijders weer over te stappen op een benzine- of dieselauto. Die verwachte uitstroom is zorgwekkend, omdat het ook laat zien dat potentiële overstappers minder snel zullen kiezen voor elektrisch rijden. Juist een investering in elektrisch rijden houdt mobiliteit voor iedereen betaalbaar.
Enorme stijging voor brandstofrijders
Volgens Madlener blijft elektrisch rijden echter aantrekkelijk genoeg in vergelijking met brandstof aangedreven auto’s. Naar verwachting wordt de prijs van benzine eind dit jaar namelijk bijna 26 cent per liter duurder door het aflopen van de tijdelijke verlaging van de brandstofprijzen. Ook het Europese brandstofbeleid zorgt voor een stijging van 11,6 en 7 cent, in respectievelijk 2027 en 2030.
Het perspectief dat Madlener hiermee schetst is gitzwart voor iedereen die is aangewezen op persoonlijke mobiliteit, zegt Leonie van den Beuken, voorzitter van de VER. ‘Niet alleen elektrisch rijden wordt op termijn veel duurder, ook de brandstofrijder is binnenkort al de dupe. Door het aflopen van de accijnskorting en andere stijgende kosten in de fossiele sector, wordt ook die vorm van mobiliteit alsmaar duurder.’
Kleine investering voor duurzame mobiliteit
Wil de overheid rijden op brandstof betaalbaar houden, dan vraagt dat om een enorme investering. Terwijl het minder geld gaat kosten om elektrisch rijden iets aantrekkelijker te maken, stelt Van den Beuken. ‘Met een kleine investering, door bijvoorbeeld een gewichtscorrectie in de mrb en een verlaagde bijtelling voor EV’s, zorg je ervoor dat iedereen die is aangewezen op persoonlijke mobiliteit, dat kan blijven gebruiken en dat ook nog eens duurzaam kan doen. Zonder die gewichtscorrectie zorgt de verdere groei van elektrische mobiliteit bovendien juist voor extra mrb- inkomsten voor de overheid.’
