De toegestane uitstoot hiervan is bij wet genormeerd via de zogenoemde Euronormen.
Deze eisen die aan die uitstoot van schadelijke stoffen worden gesteld, worden in Brussel bepaald: het zijn per stof bepaalde maximale emissies (grenswaarden) die frequent worden aangescherpt. De meest recente Euronorm is Euro VI. Deze norm is wettelijk verplicht voor alle nieuwe bussen.
Nieuw is schoon
Van belang om te weten is dat de grenswaarden voor de schadelijke stoffen voor
alle nieuwe bussen hetzelfde zijn, ongeacht de brandstofsoort waarop de bus
rijdt. Met andere woorden: voor alle nieuwe autobussen - zowel met kleine als
grote motoren, hoog of laag brandstofverbruik, met een dieselmotor of een
gastank - geldt dezelfde maximale uitstoot van schadelijke stoffen.
Doordat de Euronormen in de loop van de tijd steeds verder zijn aangescherpt en
er voor vrachtwagens en bussen een zeer adequate Europese testmethode bestaat,
is de uitstoot van schadelijke stoffen bij Euro VI-voertuigen zowel op papier
als in de praktijk nihil.
Schoon (luchtkwaliteit) is het begrip dat gehanteerd wordt als het gaat over de mate waarin schadelijke stoffen worden uitgestoten. Schoon (luchtkwaliteit) gaat over de uitstoot van stoffen die van invloed zijn op onze luchtkwaliteit en waaraan via de Euronormen grenswaarden worden gesteld.
In relatie tot schoon (en dus luchtkwaliteit) spreken we over:
CO | koolmonoxide |
NOx |
stikstofoxiden |
PM10 | fijnstof (particulate matter) |
SO2 |
zwaveldioxide |
Emissie per reizigerskilometer
Een goed openbaarvervoersysteem met een hoge bezettingsgraad draagt in
stedelijke gebieden bij aan een betere luchtkwaliteit. Bij de beoordeling en
weging van de emissieprestaties van bussen is het logisch ook het wettelijk
toegestane aantal passagiers t.o.v. de emissies mee te laten wegen. Dit geeft
een beter vergelijk tussen de verschillende opties en een betere beoordeling van
de totale milieu-efficiëntie.
Euro VI
De Euro VI-norm is de meest recente en tevens meest verregaande
Euronorm. De hoogwaardige technologie die wordt ingezet om aan de norm te
voldoen, leidt er toe dat de nieuwste generatie bussen als schoon beschouw kan
worden.
Nieuw onderdeel van Euro VI is dat fabrikanten voortaan ook de uitstoot van deze
voertuigen met een test op de weg moeten controleren. Zo wordt duidelijk of de
resultaten uit het testlaboratorium in de praktijk ook echt worden gehaald.
Onderzoek van TNO heeft bevestigd dat dit systeem werkt en praktijkemissies en
resultaten uit het test-laboratorium minimaal gelijk (en soms in praktijk zelfs
beter) zijn.
Euro VI voertuigen stoten bijvoorbeeld veel minder stikstofoxiden (NOx) uit dan hun voorgangers. De nieuwste generatie vrachtwagens en OV-bussen rijdt dus aanzienlijk schoner dan de voorgangers, zelfs 90% schoner dan zware Euro V-voertuigen aldus TNO.
Als de Euro VI-norm wordt vergeleken met Euro V, dan liggen de grenswaarden voor fijnstof op een derde daarvan en voor stikstofoxides op een kwart. In vergelijking met oudere zware voertuigen is het verschil nog groter (zie grafiek). Dit is mede te danken aan een nieuwe testmethode met metingen op de weg die als onderdeel van Euro VI-norm is ingevoerd.
Monitoring en afstelling
Nieuw is dat de Euro VI-verordening voorschrijft dat de uitlaatgassen
permanent gemonitord worden met een analysesysteem, waarbij het
motormanagementsysteem ingrijpt wanneer er grenswaarden overschreden worden.
Hierdoor wordt de afstelling van de motor aangepast om te garanderen dat de
emissienorm gedurende ten minste 700.000 kilometer niet wordt overschreden.
De emissienormen voor zware voertuigen hebben betrekking op een kilowatt motorvermogen. De feitelijke emissie uit de uitlaat hangt af van het gebruikte vermogen over een traject. Dat betekent dat niet alleen het absolute motorvermogen, maar ook de efficiëntie van de overbrenging, de bandenspanning, het rijgedrag (Het Nieuwe Rijden) en traject van belang zijn.
In het onderstaande overzicht zijn alle Euro-normen weergegeven.