Ondanks de vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt, blijft het tempo van het installeren van oplaad- en tankpunten te laag en onvoldoende om aan de verwachte vraag te voldoen. Zo bevindt bijna 60 procent van alle laadstations zich in slechts drie landen. Voor zware voertuigen is er vrijwel geen beschikbaarheid van laad- en tankinfra. Autofabrikanten roepen daarom op tot de introductie van nationale en pan-Europese aankoop- en fiscale prikkels om de vraag te stimuleren.
Marktwerking
De EU heeft een beleid nodig dat uitgaat van marktwerking, en geen op sancties gebaseerd beleid, als het de vraag naar nul-emissie wil stimuleren en tegelijkertijd de concurrentiecrisis wil overwinnen waarmee de Europese auto-industrie op dit moment wordt geconfronteerd, zegt ACEA directeur-generaal Sigrid de Vries. ’We herhalen onze oproep tot onmiddellijke verlichting van de dreigende CO2-boetes en een ambitieuze herziening van de EU-verordening inzake infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (AFIR), die nog steeds fors tekortschiet. We steunen ook de introductie van een pan-Europees stimuleringsprogramma.’
Gedurfde strategie nodig
Om het elektrificatieproces binnen de branche goed op gang te brengen is er volgens De Vries een aanpak nodig die echt een verschil maakt. ‘Namelijk door oplossingen te bieden die aansluiten bij de behoeften van de consument en de uitstoot terugdringen. We kunnen het ons niet veroorloven om technologieën die bijdragen aan de klimaatdoelstellingen te discrimineren.’
Om het wegvervoer sneller CO2-neutraal te maken, moeten we het Europese leiderschap en de innovatiekracht op technisch gebied benutten, voegt Benjamin Krieger, secretaris-generaal van CLEPA, daaraan toe. ‘We hebben een gedurfde strategie nodig om ervoor te zorgen dat Europa de toeleveringsketens voor elektrische mobiliteit en voor duurzame hernieuwbare brandstoffen ontwikkelt. Zonder die aanpak lopen we het risico de haalbare routes naar klimaatneutraliteit mis te lopen.’


