In de Nederlandse Reclame Code van de Stichting Reclame Code (SRC) wordt onder meer bepaald dat reclame niet misleidend en niet in strijd met de waarheid mag zijn. Ook mag reclame niet nodeloos kwetsen of in strijd zijn met de goede smaak en het fatsoen. De Reclame Code Commissie kan een uitspraak doen over een klacht. Volgens Van der Harst komen er jaarlijks zo’n 4.000 klachten bij SRC binnen, De stichting legt overigens op overtredingen geen boetes op, maar doet ‘aanbevelingen’.
Code Personenauto’s
De Reclame Code kent een Algemeen Deel en een Bijzondere Code die is toegespitst op een bepaald product en dienst, zoals bijvoorbeeld de Code voor personenauto’s. In deze Code die dateert uit 1994 en die in 2004 en 2009 is aangepast, is vastgelegd wat wel en geen reclame is; dat reclame-uitingen in overeenstemming moeten zijn met de wet, de waarheid en het fatsoen; dat reclame niet misleidend of oneerlijk mag zijn en dat reclame als reclame herkenbaar moet zijn. Zo mag bijvoorbeeld in advertenties niet de snelheid, de acceleratie en het motorvermogen van voertuigen worden vermeld. Reclame mag daarnaast niet appelleren aan agressief, milieuonvriendelijk of verkeersonveilig gedrag en moet het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot vermelden bij de getoonde modellen.
Greenhushing
Henriëtte van Swinderen stelde vast dat bedrijven in toenemende mate een bijdrage willen leveren aan de energietransitie, duurzaamheid, etc. Dat wordt volgens haar ook door 60 tot 80 procent van de consumenten verwacht. ‘Dit leidt wel weer tot meer klachten bij de SRC en de angst bij bedrijven voor ‘greenwashing’ (het doen van valse claims over hun verduurzaming) leidt vervolgens weer tot ‘greenhushing’ (het juist niet communiceren over hun duurzaamheid). DE BVA heeft daarom de Milieureclamecode aangescherpt in lijn met de Authoriteit Consument & Markt (ACM) en de verwachte EU-wetgeving.’
Zelfregulering
Maar dat is naar haar oordeel niet voldoende nu er steeds meer stemmen opgaan om fossiele brandstofreclame te verbieden. ‘Dat is een reëel scenario. Een verbod is echter geen optie, omdat de criteria lastig zijn te definiëren, het een tijdrovend proces is, controle en handhaving complex en duur en het beperkt bovendien ook reclame voor duurzame alternatieven.’ Zij noemde het wel een goed idee om merken te gebruiken als katalysator voor duurzaam gedrag. ‘Merken nemen daarbij hun verantwoordelijkheid voor het bevorderen van duurzame keuzes.’ Dat gebeurt al in de horeca – ‘geniet maar drink met mate’. Of denk aan het promoten van de fiets voor korte afstanden.
Er liggen, besloot zij, wat dat betreft genoeg mogelijkheden en er is veel te winnen. Haar boodschap luidde: ‘ga als automotive sector aan de slag met zelfregulering op dit gebied.’