Dossier
Inrichting Stedelijke Mobiliteit
Veilig en comfortabel deelnemen aan het verkeer, dat is wat RAI Vereniging voor alle weggebruikers wenst. Wij willen een actieve bijdrage leveren aan het leefbaar en bereikbaar houden van onze (binnen)steden.
Niet zo heel lang geleden was het verkeersbeeld behoorlijk overzichtelijk. Onderweg kwam je enkel bekende vervoersmiddelen tegen: lopen, fiets, brom-, snor- en motorfiets, auto, vrachtwagen, bus en tram. Inmiddels is daar een grote diversiteit aan nieuwe voertuigen bij gekomen. Denk aan: e-bikes, speed pedelecs, scooters, e-steps, e-skateboards, scootmobielen en cargobikes (bakfietsen). Dat is natuurlijk winst, want het vergroot onze (keuze)vrijheid in modern individueel vervoer. Maar het zorgt er wel voor dat het, zeker in de binnenstad, steeds lastiger wordt om voor iedereen een veilige en prettige plek op de weg te waarborgen.
Systeem voor voertuigcategorieën
Met ons project Stedelijke Mobiliteit ontwikkelen wij een beter systeem voor het indelen van al die voertuigen in voertuigcategorieën. Het huidige indelingssysteem dateert immers alweer van 1995 en sluit niet meer echt goed aan bij al die de nieuwe voertuigen die op de weg komen, wat ook problemen geeft voor goede Wegenverkeerswetgeving.
Zo’n verbeterd systeem moet ervoor zorgen dat niet alleen de voertuigen die nu op de weg zijn beter op elkaar afgestemd kunnen worden, maar ook dat toekomstige nieuwe vervoermiddelen ingepast kunnen worden in een slim systeem van ‘voertuigfamilies’. Zo voorkomen we dat bij elke nieuwe productontwikkeling opnieuw nagedacht moet worden over wat de gebruikseisen zijn. Dat levert immers voor zowel beleidsmakers en overheden als voor productontwikkelaars veel onduidelijkheid op.
Uitgangspunten
RAI Vereniging hanteert daarbij drie uitgangspunten. Te beginnen bij de specifieke eigenschappen van het voertuig. De belangrijkste criteria voor het bepalen in welke categorie een voertuig thuishoort en wat de beste plek op de weg voor dat voertuig is, zijn de maximale (constructie)snelheid, de maximale breedte, het rijklaargewicht en of een voertuig al dan niet (deels) door spierkracht wordt aangedreven. Het aantal wielen en of er bijvoorbeeld wel of geen stuur op zit, zijn wat minder belangrijk.
Ook ontwikkelen producenten doorgaans geen voertuigen voor alléén de Nederlandse markt, dus moet een nieuw voertuigcategoriesysteem de Europese regels voor voertuigen als uitgangspunt nemen. Een voorbeeld daarvan zijn de afgesproken maximumsnelheden van 25 km/u en 45 km/u.
Ons nieuwe voertuigcategorie-systeem, hieronder te downloaden, sluit tot slot aan bij het ANWB-project ‘Verkeer in de stad’ waarin vier nieuwe ‘stedelijke verkeersmilieus’ zijn ontwikkeld: trottoirs, voetgangersgebieden, fietspaden, fietsstraten, 30 km-zones en 50 km-wegen. Die nieuwe indeling van de openbare ruimte is beter afgestemd op de moderne mobiliteit en kan, samen met de voertuigfamilies, een goede leidraad zijn voor een toekomstbestendige inrichting van de binnensteden.
Toelatingskader LEV's
In oktober 2020 heeft het ministerie van I&W de contouren duidelijk gemaakt voor het nationale toelatingskader voor light electric vehicles, de zogenaamde LEV's. Het ongeluk met de Stint en het daaropvolgende onderzoeksrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) vormde de aanleiding voor de discussie. In de afgelopen maanden is het ministerie van I&W in overleg getreden met vertegenwoordigers van gemeenten, branche-organisaties, belangenorganisaties, RDW etc. om tot een nieuw wettelijk kader te komen aan de hand waarvan bepaald kan worden óf een LEV in Nederland toegelaten kan worden tot de openbare weg en aan welke voorwaarden dit dan moet gebeuren.
Hieronder kunnen leden van RAI Vereniging de stand van zaken (okt 2020) LEV Toelatingskader downloaden.
Mobiliteitsladder
Steeds meer mensen zien de waarde van (gemotoriseerde) tweewielers voor hun reisbehoefte. De mobiliteitsladder laat zien dat de gemotoriseerde tweewieler een oplossing biedt voor praktisch iedere afstand: het complete palet aan tweewielervarianten biedt een oplossing voor praktisch iedere afstand (van 1 tot meer dan 50 kilometer). Zie hieronder de mobiliteitsladder.
Zo is de scooter een ideaal vervoersmiddel voor de korte en middellange afstanden tot circa 25 a 30 kilometer. De gemiddelde woon-werkafstand is 19 kilometer, waarmee de moderne snor- en bromfiets voor zowel privé als zakelijk gebruik een duurzaam alternatief biedt. Voor kleinere afstanden van 10 - 20 kilometer biedt de (elektrische) fiets een uitkomst en voor grotere afstanden is een motorfiets een goede oplossing.
Relevante downloads
Voertuigfamilies 2020
DownloadVoertuigfamilies 2020bestand type: pdfbestand grootte:353 kb