Deze belasting wordt geheven op het bezit van een motorvoertuig (jonger dan 40 jaar), niet op het gebruik ervan. Of iemand nu veel of weinig rijdt, het bedrag blijft gelijk. De motorrijtuigenbelasting wordt geïnd door de Belastingdienst.
De hoogte van de belasting hangt af van factoren zoals het gewicht en het type voertuig, de soort brandstof (benzine, diesel, LPG), CO2-uitstoot en de provincie waarin de houder van het voertuig is gevestigd. Iedere provincie bepaalt zelf hoeveel ‘provinciale opcenten’ de houders van personenauto's aan motorrijtuigenbelasting betalen.
Vrijstelling of vermindering van MRB
Personenauto’s die geen CO2 uitstoten zijn in 2020 vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting. Deze vrijstelling geldt tot en met 2024. In 2025 betalen elektrische auto’s 25% motorrijtuigenbelasting en vanaf 2026 100% motorrijtuigenbelasting.
Zuinige PHEV’s (≤50 g/km) betalen in ieder geval tot en met 2024 een zogenaamd ‘halftarief’. In 2025 moet voor deze auto’s 75% van het tarief betaald worden en daarna 100% van het tarief. Tot 1 januari 2021 wordt voor het gereduceerde MRB-tarief de grenswaarde van 50 g/km CO2 op basis van de NEDC/NEDC2.0 waarde gehanteerd. Vanaf 1 januari 2021 wordt een overgangsrecht gecreëerd. Voor nieuwe registraties in 2021 zal de WLTP-uitstoot met grenswaarde 50 g/km CO2 als grondslag dienen.
In de MRB zullen verschillende tarieven gehanteerd blijven voor de verschillende brandstofsoorten. De dieseltoeslag in de MRB-tarieven blijft van kracht.
Fijnstoftoeslag dieselauto’s
De toeslag voor vervuilende dieselauto’s in de MRB die oorspronkelijk op 1 januari 2019 zou ingaan, is vanwege problemen bij de Belastingdienst tot nader order uitgesteld. Het is niet bekend wanneer deze problemen bij de Belastingdienst zijn opgelost. De eerder aangekondigde uitgestelde ingangsdatum van 1 januari 2020 is nu vervangen door de zinsnede dat “deze toeslag geldt met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip”.
De hoogte van de toeslag voor diesel personenauto’s en bestelauto’s is 19% van de motorrijtuigenbelasting, inclusief de provinciale opcenten. De toeslag in de MRB geldt voor diesel personenauto’s en diesel bestelauto’s zonder roetfilter met een fijnstofuitstoot van meer dan 5 mg/km (resp. 10 mg/kWh = Euro VI grenswaarde voor bedrijfswagenemissietoelating).
Bestelauto's
Een bestelauto is een voertuig dat hoofdzakelijk is ingericht voor het vervoer van goederen en die een maximum toegestane massa heeft van 3.500 kg of minder. Om voor de lagere MRB voor de bestelauto in aanmerking te komen moet de inrichting aan een aantal eisen voldoen en moet het voertuig ‘meer dan bijkomstig in het kader van de onderneming’ worden gebuikt.
Oldtimers
Motorrijtuigen van 40 jaar en ouder zijn vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting. Het betreft benzine-, diesel- en LPG-oldtimers, motorfietsen, bussen, vrachtauto’s en kampeerauto’s. Daarnaast is er een overgangsregeling voor personen- en bestelauto’s rijdend op benzine, motorfietsen, bussen en vrachtauto’s met datum eerste toelating vanaf 1973 tot en met 1987. Deze voertuigen komen in aanmerking voor een kwarttarief in de MRB met een maximum van € 120 mits er in de maanden december, januari en februari niet van de openbare weg gebruik wordt gemaakt. Voor dieselauto’s en auto’s met een ingebouwde LPG-installatie geldt geen overgangsregeling. Dat betekent dat voor personenauto’s en bestelauto’s rijdend op diesel of met een ingebouwde LPG installatie en die jonger zijn dan 40 jaar het volle MRB-tarief verschuldigd is. Indien auto’s met ingebouwde LPG-installatie in originele staat worden hersteld, kan voor deze auto’s de overgangsregeling voor benzineauto’s van toepassing worden.
Vrachtauto’s
De motorrijtuigenbelasting voor vrachtauto’s is afhankelijk van de koppelinrichting, de toegestane maximummassa, de soort vering, het aantal assen, de euronorm en een eventueel recht op vrijstelling. Vrachtauto’s met een elektromotor of een waterstofmotor zijn vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting; hybride motoren zijn niet vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting.
Sinds 1 januari 2016 worden voertuigen van meer dan 3,5 ton GVW waarvan de cabine groter is dan het deel van de auto dat bestemd is voor de lading, fiscaal gezien als personenauto en niet langer als vrachtauto. Dit houdt in dat deze auto’s onder het hogere MRB-tarief voor personenauto’s vallen.