Verbod op het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen
Per 1 september 2020 geldt ook een expliciet verbod op het in gebruik nemen van niet-goedgekeurde voertuigen of onderdelen of niet-goedgekeurde voorzieningen op voertuigen die bedoeld zijn voor gebruik op de weg. Dit verbod staat in artikel 32 van de Wegenverkeerswet.
Voor leveranciers van onderdelen voor gemotoriseerde tweewielers is in het bijzonder artikel 4.2 relevant. Dit verkoopverbod is in 2001 geïntroduceerd nadat de Europese typegoedkeuring voor gemotoriseerde tweewielers is verwerkt in het toenmalige Voertuigreglement.
De bepalingen in de huidige Regeling Voertuigen (en het toenmalige Voertuigreglement) komen er op neer dat het verboden is om voor voertuigen met een Europese typegoedkeuring onderdelen en technische eenheden te koop aan te bieden of af te leveren die niet een EU-goedkeuring en de vereiste merken en aanduidingen hebben. Een origineel onderdeel/technische eenheid heeft ‘automatisch’ een EU-goedkeuring. Een niet-origineel onderdeel/technische eenheid daarvoor moet dus altijd apart typegekeurd worden.
Concreet betekent dit dat de volgende onderdelen en technische eenheden van een bromfiets/motorfiets (en alle overige voertuigen die onder Richtlijn 92/61, Richtlijn 2002/24 of Verordening (EU) 168/2013 vallen) aan de definitie voldoen en een verkoopverbod kennen:
- Luchtband
- Verlichtings- en lichtsignaalinrichting (alle lampen en reflectoren)
- Achteruitkijkspiegel
- Brandstoftank
- Uitlaatinrichting
- Vervangingskatalysator
- Geluidssignaalinrichting (claxon)
- Veiligheidsgordel
- Ruit
Handhaving
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is verantwoordelijk voor de handhaving. Meer informatie is beschikbaar op de ILenT website.
Brief regering over ILT Onderzoek voertuigverlichting
Op 10 september 2019 heeft de regering de Tweede Kamer geïnformeerd over een onderzoek van de ILT naar voertuigverlichting.
Hierin staat o.a.:
Uit het onderzoek bleek dat de bezochte (auto) handelaren voertuigverlichting verkochten zonder een E-merk. Om de consument te informeren dat deze lampen niet op de openbare weg mochten worden gebruikt gaven zij zelf op de verpakking aan dat dit niet mocht. Deze bedrijven veronderstelden dat zij hiermee de consument juist hadden voorgelicht en dat het aan de consument was om de keuze te maken welke soort verlichting er voor welk doel werd aangeschaft. De bedrijven handelden op deze wijze op basis van eerdere communicatie met de ILT.
Door de ILT is in het verleden aangegeven dat dergelijke verlichting die niet was voorzien van het E-merk, wel verkocht mocht worden zolang aan een afnemende partij (waaronder de consument) duidelijk werd gemaakt dat deze voertuigverlichting niet op de openbare weg mag worden gebruikt. Deze interpretatie van de wetgeving bleek gaande het EU toezichtsproject echter onjuist. Alleen de fabrikant mag bepalen waar de verlichting voor gemaakt is en niet de importeur of distributeur.
De ILT heeft aan de bedrijven die het betreft kenbaar gemaakt dat dit niet mag en dat alle verkeersproducten die worden verkocht voor gebruik op de openbare weg moeten voldoen aan de wettelijke eisen die aan het product zijn gesteld. Dit houdt in dat het product moet zijn voorzien van een E-merk dat is aangebracht door de fabrikant.
De ILT heeft de betrokken bedrijven tot 1 november de tijd gegeven om de zaken aan te passen. Vanaf 1 november kunnen bedrijven weer een inspectie verwachten. De ILT zal zowel de consument als andere spelers op deze markt, zoals de ANWB, Bovag, de Consumentenbond en Veilig Verkeer Nederland, nader informeren over deze voertuigverlichting.
De volledige brief kunt u hieronder downloaden.
Relevante downloads
20190910 Brief IenW aan TK - Onderzoek voertuigverlichting
Download20190910 Brief IenW aan TK - Onderzoek voertuigverlichtingbestand type: pdfbestand grootte:41 kb