Nieuws

Oproep RAI Vereniging aan politiek: Houd mobiliteit betaalbaar voor iedereen!

De politiek is in de rui. Het ‘ancien régime’ loopt op zijn laatste benen en de wind van verandering kondigt zich aan in de nadagen van het tijdperk Rutte. Wat gaat dit voor het mobiliteits­beleid betekenen? Voor RAI Vereniging vormen duurzaamheid, veiligheid en betaalbaarheid de ankers van het mobiliteits­beleid. Mobiliteit is een grondrecht en een pijler van bestaanszekerheid, beklemtoont Frits van Bruggen, voorzitter van RAI Vereniging in de speciale Verkiezingsbijlage van GO!Mobility. ‘Dit betekent dat mobiliteit betaalbaar moet zijn voor alle Nederlanders. Anders krijgen we straks nog een Burger Partij Mobiliteit (BPM).’

Oproep RAI Vereniging aan politiek: Houd mobiliteit betaalbaar voor iedereen!

Samen met Olaf de Bruijn, directeur van RAI Vereniging, zet Van Bruggen in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen uitgebreid uiteen welke politieke koerswijzingen er nodig zijn om te komen tot een ambitieus, realistisch en eerlijk mobiliteits­beleid met voldoende draagvlak. Beiden wijzen er op dat de term ‘bestaanszekerheid’ zo ongeveer in alle verkiezings­programma’s domineert. Reden waarom het demissionaire kabinet 2 miljard euro uittrekt voor het bestrijden van armoede. Maar hoe zit het met de aanpak van mobiliteits­armoede? Oftewel, de mate waarin groepen mensen slechts beperkt toegang hebben tot vervoersmiddelen en mobiliteits­voorzieningen. Daar zou de politiek veel meer oog voor moeten hebben, vinden zij.

Transitiefonds Mobiliteit

RAI Vereniging pleit er daarom sterk voor om de fiscale stimulering van zero-emissie auto’s ook na 2025 voort te zetten en autorijden betaalbaar te houden door de invoering van een Transitiefonds Mobiliteit. Via dit overbruggingsfonds zou tot en met 2030 1,5 tot 2 miljard euro per jaar moeten worden gereserveerd. De voornaamste uit dit fonds te financieren stimuleringsmaatregelen zijn: blijvende BPM-vrijstelling voor elektrische auto’s en de BPM op bestel­wagens terugdraaien; subsidie voor de aanschaf van nieuwe en gebruikte elektrische auto’s voor particulieren; subsidie voor de aanschaf van nieuwe elektrische bestel­wagens voor ondernemers; korting op de zakelijke bijtelling van elektrische auto’s en aanpassing van de MRB-grondslag voor elektrische auto’s ter compensatie van het extra gewicht van het batterijpakket.

Elektrificatieproces valt stil

De demissionaire status van het kabinet heeft volgens Van Bruggen en De Bruijn tot gevolg dat de voortzetting van het elektrificatieproces van het Nederlandse wagenpark zal stilvallen. ‘Want er is voor de periode 2026 – 2030 nog helemaal niets geregeld op het gebied van stimuleringsmaatregelen voor EV’s. En dat gaat het demissionaire kabinet ook niet meer doen. Dit betekent dat er het komende jaar geen enkele duidelijkheid is over de ondersteuning van EV’s. Met als gevolg dat er geen EV’s meer worden besteld. Daar komt bij dat zowel consumenten als zakelijke rijders straks MRB voor hun elektrische auto moeten gaan betalen. En dan ook nog eens op basis van een hoger tarief, vanwege het zware accupakket. Daar is (nog) geen compensatie voor geregeld. Tegelijkertijd vindt er geen doorstroming plaats van nieuwe naar gebruikte EV’s, omdat potentiële kopers van zo’n occasion eveneens afhaken vanwege het hoge MRB-tarief.’

Randvoorwaarden energietransitie

Nederland staat voor de uitdaging, betogen zij, om duurzame mobiliteit in ons land te realiseren en er voor te zorgen dat de randvoorwaarden van de energietransitie op orde zijn. ‘Nederland moet de beschikbare technologie omarmen om zo te bewerkstelligen dat de laad- en tankinfra voor zowel personen- als zware bedrijfs­wagens op orde is. Zeker nu de zero emissie zones per 1 januari 2025 van kracht gaan. Nederland moet investeren in private- en publieke laadinfra voor logistiek en er moet meer aandacht komen voor het aanpassen van de laadinfra op CO2-arme hernieuwbare brandstoffen en waterstof. Het zou niet meer dan vanzelfsprekend moeten zijn dat een sector die jaarlijks meer dan 20 miljard euro ophoest, een beroep kan doen op een systeemsprongfonds – door ons het Transitiefonds Mobiliteit genoemd – om dit voor elkaar te krijgen’, aldus Van Bruggen en De Bruijn.