Nieuws

Toeleveranciers in de auto-industrie worden dubbel getroffen door Amerikaanse invoerheffingen op zowel voertuig­en als auto-onderdelen.

In het kader van de Strategische Dialoog over de toekomst van de auto-industrie hebben toeleveranciers, waaronder vertegenwoordigers van Bosch, Valeo en CLEPA, tijdens een hoogoverleg met Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen de dringende noodzaak benadrukt van een evenwichtige en toekomstgerichte trans-Atlantische handelsrelatie. Als essentieel onderdeel van de Europese industriële basis wezen de toeleveranciers op de kettingreactie die recente Amerikaanse invoerheffingen op auto’s, staal en aluminium veroorzaken – niet alleen voor voertuig­fabrikanten, maar voor de gehele toeleveringsketen.

Toeleveranciers in de auto-industrie worden dubbel getroffen door Amerikaanse invoerheffingen op zowel voertuigen als auto-onderdelen.

Benjamin Krieger, Secretaris-Generaal van CLEPA, zei:

“De invoerheffingen die door de regering-Trump zijn ingesteld, vormen een aanzienlijke bedreiging voor de Europese toeleverings­industrie in de auto-sector. Ze brengen €13,9 miljard aan export naar de VS in gevaar en bedreigen tot wel 125.000 banen in de EU. Toeleveranciers lopen zelfs meer risico dan fabrikanten, omdat een daling in de export van voertuig­en hen direct raakt, en er bovendien in mei aanvullende heffingen op auto-onderdelen worden verwacht. Hoewel we een gematigde reactie van de EU steunen, moet een onderhandelde oplossing met de VS prioriteit krijgen om ongewenste vergeldingsmaatregelen te voorkomen op kritieke importen – zoals gespecialiseerde kunststoffen, halfgeleidercomponenten en hoogwaardig staal – die moeilijk te vervangen zijn.

We kunnen het wereldwijde handelsbeleid niet bepalen, maar we kunnen wél onze eigen beleidsreactie vormgeven. Nu is het moment om ons te richten op wat binnen ons bereik ligt: slimme, gerichte actie in eigen huis die Europa’s positie in een onzekere wereld versterkt. Het behoud van de Utility Factor voor plug-in hybrides is daarbij een cruciale eerste stap – hun hoge toegevoegde waarde binnen de EU kan duizenden banen beschermen. Dat is een directe reddingsboei voor de sector. Ook moeten we de CO₂-regelgeving aanpassen aan de realiteit van de huidige markt en álle koolstofarme technologieën ondersteunen. Verder zou het schrappen van administratieve rompslomp via de Simplification Omnibus en het versnellen van handelsakkoorden met Mercosur en Mexico Europa’s concurrentievermogen versterken, ons strategische vakmanschap behouden en productie in eigen land houden. Dit is geen protectionisme – het gaat om het waarborgen van veerkracht op de lange termijn.”