CLEPA verwelkomt de suggestie van Commissaris Tzitzikostas tijdens de persconferentie van vandaag dat de herziening van de CO2-regelgeving in 2025 zal starten, in plaats van in 2026 zoals oorspronkelijk gepland, en dat dit zal gebeuren op basis van een technologie-neutrale benadering. Echter, de tekst van het actieplan bevat geen concrete toezeggingen.
"Beperkte verlichting op het gebied van regelgeving is belangrijk. Maar de cruciale vraag blijft: hoe wordt technologie-neutraliteit in de praktijk geïmplementeerd? Om de concurrentiepositie te behouden en banen te beschermen, moet de EU een divers portfolio van duurzame technologieën omarmen—waaronder plug-in hybrides (PHEV’s), range extenders, waterstof en hernieuwbare brandstoffen. We dragen graag bij aan de volgende stappen, waarbij ‘volledige technologie-neutraliteit als kernprincipe’ wordt gehanteerd, zoals onlangs aangekondigd door Commissievoorzitter von der Leyen. Dit moet een duidelijke en blijvende rol omvatten voor schone mobiliteitstechnologieën die elektrificatie aanvullen tot 2035 en daarna,” aldus CLEPA-secretaris-generaal Benjamin Krieger.
Vooruitgang in digitalisering en eerlijke toegang tot voertuigdata
Toeleveranciers erkennen de vooruitgang op het gebied van digitalisering. Een cruciale drijvende kracht achter de voortdurende groei van toeleveranciers is eerlijke toegang tot in-vehicle data. Deze is nodig voor de verdere ontwikkeling van engineering, het ontsluiten van nieuwe diensten en het stimuleren van data-gedreven innovatie. Na meer dan acht jaar discussie belooft het actieplan van de Commissie een wetsvoorstel in te dienen om het potentieel van de data-economie te benutten en toegang te garanderen voor alle spelers binnen het mobiliteitsecosysteem. “De toezegging van de Commissie om een kader voor voertuigdata-deling te creëren, is een belangrijke stap vooruit. Maar vertragingen kunnen investeringen afremmen en vooruitgang vertragen op een moment dat snelheid cruciaal is. Als de richtlijnen niet voldoende blijken, zal aanvullende regelgeving noodzakelijk zijn,” aldus Benjamin Krieger.
Autonome voertuigen en eerlijke concurrentie in de aftermarket
Voor de verdere groei van de automotive aftermarket verwelkomt CLEPA de hernieuwde inspanningen rond de Motor Vehicle Block Exemption Regulation. De Commissie erkent de elementen die concurrentie in de automobielsector ondermijnen en de noodzaak om de regelgeving aan te passen aan de huidige digitale uitdagingen.
De inzet voor een uniforme markt voor autonome voertuigen, een belangrijke eis van CLEPA, is een significante stap vooruit, maar er is meer ambitie nodig. CLEPA dringt aan op een snelle invoering van regelgeving en een duidelijk tijdpad voor typegoedkeuring van volledig autonome voertuigen in serieproductie. Een geharmoniseerde aanpak is cruciaal voor een tijdige implementatie, kostenverlaging, flexibele testprocedures en de ontwikkeling van de noodzakelijke digitale infrastructuur.
Waarborgen van Europa’s positie in cruciale technologieën
Het veiligstellen van Europa’s rol in alle kritieke automotive technologieën zonder marktverstoringen te veroorzaken blijft essentieel. De EU moet dringend beleidsmaatregelen overwegen die de Europese waardeketen en algehele concurrentiekracht beschermen—of dit nu gebeurt via gerichte financiering, vraaggestuurde stimuleringsmaatregelen of handelsverdedigingsinstrumenten. Het doel moet zijn om een gelijk speelveld voor concurrentie te behouden, terwijl de voordelen van productie op schaal en een wereldwijd verbonden toeleveringsketen gewaarborgd blijven. Meer dan 3.000 bedrijven—waarvan vele kleine en middelgrote ondernemingen—zijn afhankelijk van deze flexibiliteit om in Europa te kunnen floreren.
In de afgelopen weken hebben CLEPA en haar leden actief overlegd met Europese Commissarissen en praktische, oplossingsgerichte strategieën gepresenteerd om de sector op weg naar herstel te helpen. Met geplande werksessies tot de zomer blijven toeleveranciers aandringen op dringende actie. De inzet is te hoog—de toekomst van de Europese automotive industrie en haar werknemers hangt af van gedurfde, doortastende beleidsmaatregelen die verder gaan dan retoriek en overgaan tot daadwerkelijke uitvoering.