Daarnaast dringt ACEA er bij de Europese Commissie op aan om de CO2-regelgeving voor lichte en zware voertuigen die momenteel gepland staan voor respectievelijk 2026 en 2027, in 2025 te herzien.
Ontbrekende randvoorwaarden
Volgens ACEA ontbreken de cruciale randvoorwaarden om de noodzakelijke impuls te geven aan de productie en adoptie van emissievrije voertuigen, namelijk: infrastructuur voor het opladen en het tanken van waterstof, evenals een concurrerende productieomgeving, betaalbare groene energie, aankoop- en belastingvoordelen, en een veilige aanvoer van grondstoffen, waterstof en batterijen. Ook de economische groei, de acceptatie door de consument en het vertrouwen in de infrastructuur zijn onvoldoende ontwikkeld.
Aangetast concurrentievermogen
Als gevolg hiervan is de transitie naar nul-emissie een grote uitdaging, waarbij de zorgen over het behalen van de CO2-emissiereductiedoelstellingen voor 2025 voor auto's en bestelwagens toenemen. De huidige regelgeving houdt geen rekening met de ernstige verschuivingen in het geopolitieke en economische klimaat van de afgelopen jaren. En het inherente onvermogen van de wetgever om zich aan te passen aan de mondiale ontwikkelingen tast het concurrentievermogen van de sector verder aan.
Boetes
Met als consequentie dat de auto-industrie volgens ACEA het risico loopt op boetes van vele miljarden euro’s, onnodige productieverlagingen, banenverlies en een verzwakte Europese aanbod- en waardeketen. Gederfde inkomsten en boetes die anders zouden kunnen worden geïnvesteerd in de transitie naar nul-emissie.
Dringende actie
De industrie kan het zich niet veroorloven om te wachten op de herziening van de CO2-regelgeving in 2026 en 2027, stelt het ACEA-bestuur. ‘We hebben nu dringend en zinvolle actie nodig om de neerwaartse trend te keren, het concurrentievermogen van de EU-industrie te herstellen en strategische kwetsbaarheden te verminderen. Voor zware voertuigen zal een eerdere herziening ook van cruciaal belang zijn om ervoor te zorgen dat vitale omstandigheden, zoals de infrastructuur voor vrachtwagens en bussen, tijdig worden opgeschaald’.’