Het LEV-kader richt zich speciaal op lichte elektrische voertuigen met een maximum snelheid van 25 km/u, vertelt Theo Rietkerk beleidsadviseur regelgeving en voertuigtechniek bij RAI Vereniging in GO!Mobility. ‘In eerste instantie gaat het hierbij om een voertuigindeling in drie categorieën op basis van gewicht, aantal passagiers en afmetingen. Bij die drie groepen hoort vervolgens een breed palet aan aanvullende eisen, zoals helmdraagplicht, kentekenplicht, verzekering en een minimumleeftijdsgrens.’ Stuk voor stuk zaken die volgens Rietkerk nog niet zijn geregeld.
Vergaarbak
Hij legt uit dat de minister van IenW destijds opdracht heeft gegeven om de komst van het LEV-kader te versnellen, omdat tot nu toe een groot aantal voertuigen onder de algemene categorie ‘bijzondere bromfietsen’ valt. ‘Dit betekent dat veel nieuwe vormen van mobiliteit, denk aan elektrische stepjes, allerlei cargo voertuigen, segways, de Stint tot en met elektrische micro-auto’s, op dit moment onder verouderde wetgeving vallen en in een soort vergaarbak terechtkomen, waarin ze feitelijk niet thuishoren. Het LEV-kader, waarvan de ingangsdatum op 1 januari 2025 gepland staat, moet veel meer duidelijkheid verschaffen welke voertuigen wel en welke niet op de openbare weg mogen rijden.’
Kader gehandicaptenvoertuigen
Als deelnemer aan zowel de werkgroep LEV-kader als de Commissie ‘bijzondere bromfietsen’ heeft Rietkerk een belangrijke stem in de concrete invulling van dit nieuwe nationale raamwerk. Dan gaat het om zaken als: de verschijningsvorm van het voertuig, de plek op de weg, voertuigeisen, de leeftijdsgrens en de rijbewijsplicht. Nederland krijgt straks vier wetgevingscategorieën, vervolgt hij, waarmee wordt voorkomen dat voertuigen spreekwoordelijk tussen de wal en het schip vallen:1) het LEV-kader; 2) de Machineverordening voor fietsen; 3) de L-categorie voor motoren, bromfietsen, quads en speed pedelecs en 4) het kader gehandicaptenvoertuigen. ‘Het is de bedoeling dat die laatste categorie in het kielzog van het LEV-kader wordt opgetuigd om te voorkomen dat niet-mindervaliden oneigenlijk gebruik maken van dit soort voertuigen.’
End-of-life eisen
Binnen het LEV-kader wordt eveneens nagedacht over zaken als ‘end-of-life’, benadrukt Rietkerk. ‘Dan moet je denken aan zaken als een digitale batterijpaspoorten, inzamelingseisen voor batterijen en eisen op het gebied van milieuvriendelijke recycling. Daarmee preludeert het LEV-raamwerk op de invoering van Europese wetgeving voor Light Electric Vehicles. Het is evident dat het milieuvriendelijk buiten gebruik stellen van afgedankte voertuigen en optimaal hergebruik van materialen daarin prioriteit krijgt.’


