Het recente voorstel voor een Euro VII-regelgeving voor zware bedrijfsvoertuigen mag volgens hen de aandacht niet afleiden van de transitie naar klimaatneutraliteit, dient realistisch te zijn in wat haalbaar is en consistent zijn als het gaat om de investeringen die nodig zijn voor toekomstige CO2-normen.
Vaste CO2-target
Omdat de cruciale randvoorwaarden die nodig zijn om de emissiedoelstellingen te halen met grote onzekerheden zijn omkleed (denk aan de juiste laad- en tankinfra, goed geharmoniseerde voertuigregelgeving en een effectief CO2-beprijzingsmechanisme), vinden CLEPA en ACEA dat de Europese Commissie bij de komende herziening van de CO2-doelstellingen een vaste target voor 2030 moet vaststellen. Verder moeten er naar hun oordeel ‘herzienbare’ CO2-nornen voor 2035 en 2040 komen, waarbij rekening wordt gehouden met de uitrol van laad- en tankinfra.
Samenhangend regelgevingspakket
Nauwe afstemming tussen de CO2- en Euro VII-dossiers is, zo stellen de koepelorganisaties, essentieel wat betreft de inhoud van de regelgeving, de tijdlijnen voor de afronding ervan en de implementatiedata. ‘De inspanningen van de sector om te investeren in het CO2-vrij maken van het wegvervoer zullen baat hebben bij een samenhangend regelgevingspakket dat het juiste evenwicht vindt tussen het verbeteren van de luchtkwaliteit en het stimuleren van een snelle omschakeling naar emissievrije voertuigen.’
Geen uitfasering verbrandingsmotoren
Omdat verbrandingsmotoren voor zware toepassingen nog een lange tijd een belangrijke rol zullen blijven spelen, zijn CLEPA en ACEA tegen een eventuele algemene uitfaseringsdatum of 100 procent CO2-reductiedoelstelling voor verbrandingsmotoren in het wegtransport. In plaats daarvan zouden beleidsmakers zich moeten concentreren op het invoeren van effectieve stimuleringsmaatregelen om vervoerders aan te moedigen en in staat te stellen te investeren in emissievrije voertuigen, aldus CLEPA en ACEA.


