De verkoop van elektrische auto’s in de EU is volgens ACEA tussen 2017 en 2023 drie keer sneller gegroeid dan de installatie van oplaadpunten. Vooruitkijkend heeft de EU op basis van schattingen van de sector tegen 2030 jaarlijks acht keer meer oplaadpunten nodig.
Infrastructuurkloof
Sigrid de Vries, directeur-generaal van ACEA, zegt zeer bezorgd te zijn dat de uitrol van de infrastructuur de afgelopen jaren geen gelijke tred heeft gehouden met de verkoop van batterij-elektrische auto’s. ‘Bovendien dreigt deze ‘infrastructuurkloof’ in de toekomst groter te worden – in veel grotere mate dan de Europese Commissie schat.’ Vorig jaar zijn er in de hele EU iets meer dan 150.000 openbare oplaadpunten geplaatst, (gemiddeld minder dan 3.000 per week), wat neerkomt op een totaal van ruim 630.000 laadpunten.
8,8 miljoen laadpunten nodig
Volgens de Europese Commissie zijn er in 2030 3,5 miljoen laadpunten nodig. Het bereiken van deze doelstelling zou betekenen dat er jaarlijks ongeveer 410.000 openbare laadpunten (ofwel bijna 8.000 per week) bij moeten komen in plaats van het huidige volume van 3.000 per week. ACEA gaat er echter van uit dat er in 2030 zo’n 8,8 miljoen oplaadpunten nodig zullen zijn. Om dit te bereiken zouden er 1,2 miljoen laadpunten per jaar moeten worden geplaatst (dat komt neer op ruim 22.000 per week). Dat is een factor acht meer dan het laatste jaarlijkse installatiepercentage.
Essentiële voorwaarde
Gemakkelijke toegang tot openbare oplaadpunten is niet ‘nice to have’, maar een essentiële voorwaarde om het wegvervoer CO2-vrij te maken, naast marktondersteuning en een concurrerend Europees productiekader, benadrukt De Vries. ‘De investeringen in publieke laadinfrastructuur moeten dus dringend worden opgevoerd als we de infrastructuurkloof willen dichten en de klimaatdoelstellingen willen halen.’
