Vorig jaar leek het erop dat Nederlanders steeds vaker op de fiets naar het werk gingen, of het in elk geval van plan waren. Dit jaar laten de cijfers in het fietsonderzoek toch een daling zien. Het aantal Nederlanders dat dagelijks naar het werk fietst, is namelijk zelfs onder het niveau van voordat corona zijn intrede deed (19% in 2020) gedaald. Dit terwijl bewegen en fit worden nog steeds de grootste motivaties zijn om de fiets te kiezen voor woon-werkverkeer.
Aandeel auto 53%
Ruim de helft van de respondenten (54 procent) zou het liefste met de fiets, e-bike of speed pedelec van en naar werk te reizen. Toch gebruikt 53 procent van de respondenten uit het onderzoek hiervoor de auto. De goede voornemens zijn wel degelijk aanwezig, maar in realiteit fietst slechts 18 procent van de respondenten dagelijks naar het werk. 42 procent van de respondenten gaf zelfs aan nooit naar het werk te fietsen.
Nederlanders bewegen minder
De uitkomsten van het Fietsonderzoek komen overeen met de recente bevindingen van het CBS, dat in samenwerking met het RIVM, een gezondheidsenquête onder Nederlanders deed. Daaruit bleek dat volwassenen tussen de 18 en 35 in 2021 minder bewogen dan in de jaren daarvoor. Zo fietsten zij minder naar hun werk en in hun vrije tijd. Deze groep voldeed in 2021 daardoor minder dan in 2017 (50 en 54%) aan de Beweegrichtlijnen, zoals opgesteld door de Gezondheidsraad.
Van de Nederlandse bevolking van 4 jaar of ouder bewoog minder dan de helft (47 procent) genoeg in 2021. 52 procent voldeed aan het onderdeel matig intensieve inspanningen, zoals fietsen, hardlopen en zwemmen. Dit is minder dan in 2019 en 2020, maar evenveel als in 2017 en 2018. Van de verschillende leeftijdsgroepen zijn vooral meer kinderen van 4 tot 12 jaar en mensen van 75 jaar en ouder voldoende gaan bewegen.