Tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement in Brussel liet ACEA-voorzitter Luca de Meo weten dat de auto-industrie op een keerpunt staat. ‘De uitdagingen zijn enorm, net als de druk op de sector.’
Volgens De Meo staan Europese autofabrikanten op dit moment voor een zeer grote uitdaging. ‘We lopen niet langer voorop in de technologische race. Tegelijkertijd nemen de aankoopprikkels voor emissievrije voertuigen in de EU af, terwijl onze concurrenten in China en de V.S. massale steun van de overheid ontvangen. Dit alles gebeurt in een context waarin het algemene Europese concurrentievermogen aan het afbrokkelen is.’
Concurrerende wetgeving
Sigrid de Vries, directeur-generaal van ACEA, legt uit:dat de autobranche de afgelopen jaren voor enorme uitdagingen stond om te kunnen voldoen aan ingrijpende nieuwe wetgeving, variërend van het terugdringen van de CO2-emissies tot het opnemen van duurzaamheids- en due diligence-criteria in de auto-industrie. En hoewel de legitimiteit van deze initiatieven naar haar oordeel niet ter discussie staat en de industrie zwaar investeert in het verwezenlijken van hun doelstellingen, kan en moet Europa meer doen om de wetgeving coherent, haalbaar en concurrerend te maken en die in een bredere mondiale context. Plaatsen.
Zij wijst er op dat het recente Euro 7-voorstel over de uitstoot van verontreinigende stoffen een uitstekend voorbeeld is van een verordening die complexiteit en onzekerheid zal toevoegen aan belangrijke beslissingen en investeringen van Europese autofabrikanten, zonder de milieuvoordelen te bieden die het beweert te hebben.
Marginaal effect Euro 7
Volgens ACEA biedt de huidige Euro 6-norm, in combinatie met de opkomst van EV’s, voldoende potentie om de NOx-emissies tegen 2035 met 80 procent te verminderen ten opzichte van 2020. Het Euro 7-voorstel zou maximaal 4 punten extra opleveren voor auto's, en 2 extra punten voor vrachtwagens. Deze marginale impact zou echter hoge kosten met zich meebrengen: ACEA schat dat het Euro 7-voorstel zou resulteren in een gemiddelde stijging van de prijs van een nieuwe auto met € 2.000. Dit betekent dat veel mensen gedwongen worden om langer met hun oude auto door te rijden, hetgeen een averechts effect heeft op het milieu en klimaat.
Vlootvernieuwing
Aangezien vlootvernieuwing het krachtigste instrument is om zowel de CO2-uitstoot als de emissie van verontreinigende stoffen te verminderen, moeten we zoeken naar manieren om dit te versnellen, aldus De Meo. “We moeten ook kijken naar extra kansen, de juiste middelen inzetten en handelen waar dat zinvol is. Voor luchtkwaliteit is de focus op grote stedelijke gebieden van belang. Want daar ligt echt een probleem.”
